Thoracic outlet syndroom testen

De testen die worden gebruikt om TOS vast te stellen zijn:

  • De Roos test
  • De Wright test (hyperabductietest)
  • De Adson test

Hier moet bij vermeld worden dat de testen niet volledig specifiek zijn en daarom moet er ook ander aanvullend onderzoek gedaan worden. Uiteraard speelt het verhaal van de patiënt hierin een belangrijke rol.

De Roost test wordt uitgevoerd in zit. De patient neemt de armen in volgorde 90 graden abductie, exorotatie en vervolgens 90 graden flexie in de elleboog. Vervolgens gaat de patiënt gedurende de 3 minuten de handen openen en sluiten. Bij provocatie van dezelfde symptomen en tintelingen, is de test positief. Niet bij pijn of vermoeidheid.

Bij de Wright test zit de patient op de onderzoeksbank en brengt de therapeut de schouder van de patient in 90 graden flexie en de elleboog in 90 graden flexie, nu wordt de polsslag geïnspecteerd de therapeut. In de 2e fase brengt de therapeut de schouder in volledige anteflexie-elevatie en wederom wordt de radiale polsslag geïnspecteerd. Indien de polsslag geheel of deels wegvalt, kan dit een aanwijzing zijn op het hebben van TOS.

De Adson test wordt uitgevoerd met de patient zitten op de bank. De therapeut neemt de aangedane arm van de patient in extensie en exorotatie en palpeert de polsslag. Vervolgens wordt de patient gevraagd zijn hoofd naar achter te laten vallen en te draaien naar de zijde van de arm en diep in te ademen en deze vervolgens vast te houden. Nu wordt de polsslag wederom gepalpeerd door de therapeut. Bij wegvallen van de polsslag of provocatie van de symptomen is de test positief.

 

Betrouwbare TOS test?

Er zijn geen (fysiotherapeutische) testen betrouwbaar genoeg om een TOS vast te stellen. Dit kan uitsluitend gebeuren door een aantal zaken in en uit te sluiten:

  1. Symptomen te herkennen die passend zijn bij TOS: pijn in nek, schouder, arm, aangezicht, borst of oksel en die gepaard gaan met sensibele stoornissen zoals tintelingen, doof gevoel, koude of warmte sensatie in de handen, vegetatieve verschijnselen zoals droge huid of verkleuring en die toenemen bij bepaalde houdingen. (meestal moeten mensen met een Ntos hun arm ondersteunen om de symptomen draaglijk te houden en nemen de symptomen toe bij het los laten hangen van de arm aan de romp)

  2. Een bewezen beknelling of compressie van de neurovasculaire bundel (zoals een extra halsrib)

  3. Afwezigheid van andere oorzaken (RSI, KANS, nekhernia, spierspanning)

  4. Het verdwijnen van de klachten dmv een proefblokkade.

Een ervaren neuroloog stelt meestal de diagnose TOS.  Echter zijn er wel een aantal testen beschikbaar die het vermoeden op een TOS kunnen bevestigen, namelijk: [Roos, wright, adson test] maar deze zijn op zichzelf te onbetrouwbaar om de diagnose te kunnen bevestigen. 

Het vermoeden op een TOS wordt gesteld door kritische beoordeling van de klachten, zoals de duur, het ontstaan, de kenmerken en wanneer men de klachten heeft.

Anatomische veranderingen

Wat veel mensen niet beseffen, is dat een aanzienlijk deel van de mensen anatomische / evolutionaire veranderingen in het lichaam kan aantreffen, zoals bijvoorbeeld de extra halsrib die compressie kan geven tegen de neurovasculaire bundel. Maar dit aantreffen geeft echter nog niet altijd empirisch bewijs dat dit ook de klachten veroorzaakt. Er zijn genoeg situaties bekend waarbij mensen een extra halsrib op MRI aantroffen aan de andere zijde dan waar hun klachten zaten. Dit wetende is het sterk aan te bevelen om de klacht eerst uitgebreid te bespreken en lichamelijk te laten onderzoeken door een van onze specialisten bij Ansr.

Kenmerkend bij patienten die een duidelijke TOS hebben en waarbij de lichamelijke klachten ook passend zijn: 

  • Jarenlange klachten 

  • Niet af nauwelijks vooruitgang met fysiotherapeutische behandelingen of oefeningen

  • Doof gevoel, tintelingen, die niet altijd gerelateerd zijn aan houding of beweging zoals muizen, typen, smartphone gebruik. (Dus vrijwel constant aanwezig zijn. Let hierbij ook op psychosomatische klachten.)

  • Langzaam maar duidelijke progressie van dezelfde klachten of uitbreiding van het gevoelige gebied in de arm of halsregio